Waar ligt precies het succes en de kracht van Gerard Reve?
Over het succes van Gerard Reve. Wie interesseert dat? Misschien moet de titel zijn ‘Waarom vind ik Reve goed?’ Misschien vindt u Reve wel een prutser. Het is ook niet zijn eigen schuld, dat niemand meer van hem hoort. Het geduld is op, om nog in een rookstoel te gaan zitten, laat staan om een boek te pakken. En je moet écht geduld hebben, om te begrijpen wat Reve probeert te zeggen. Alles gaat achteruit, zeggen ze. De grootste volksschrijver van ons land, een grote schakel in de homo-emancipatie en één van de meest intrigerende mediafiguren uit de afgelopen eeuw, is niemand meer wat waard. Maar mij nog wel. Waarom? Hij kon geweldig schrijven.
De roeping van de kunstenaar
Reve was zoals vele andere kunstenaars een tragisch figuur, die geen plek kon vinden in de wereld om zich heen. Ware het niet een therapeut geweest die hem aanraadde een boek te schrijven, had niemand ooit van de avonden gehoord. Het advies, om je gevoelens op te schrijven, is een innerlijke drang. De dingen die je meemaakt, probeer je te verklaren, een kleur te geven, een plek te geven. Als dat niet lukt, dan ga je aan de slag. Schrijven, schilderen, denken. Wat voor onzin het ook betreft: tragische dingen moet je een verklaring geven. Dat is de mens. Dat is hoe kunstenaars worden geboren. En natuurlijk moet je er wat van bakken; dat je geen schijtteksten schrijft, maar iets behoorlijks. Maar dat is niet de kern. De kern is die roeping.
Dat Reve een homo was, is daarom misschien wel zijn sleutel tot succes geworden. Het maakte hem een kunstenaar in hart en nieren. Alles wat Reve schreef, had op één of andere manier uiteindelijk te maken met zijn unieke aard. Hij kon zich niet aarden in deze wereld. Hij kon niemand kwijt dat hij op mannen viel, dan moet je het maar opschrijven. De roeping was zijn alles. Het ging hem niet om het geld, niet om de roem, hij moest gewoon zijn hele ei kwijt op papier. En schrijven, dat hij daar ook de beste in was, en er voor betaald kreeg, dat kwam er gratis bij.
Schrijven over alles
Waar schreef Reve over? Hij had geen onderwerp, zijn boeken hadden geen onderwerp. Hij creëerde daarmee een nieuw soort tekstvorm: de literaire brief. Een stuk tekst over niks, zonder afgebakend onderwerp. Je leest het, en gooit jezelf in het diepe, recht in het hart van de schrijver. Reve heeft nooit over een onderwerp geschreven. Hij schreef over niks. De roman was niks voor hem. Hij schreef, hoe hij wilde schrijven, en hij schreef op, wat er in hem opkwam. Zijn teksten lopen van ingeving tot ingeving, razernij tot razernij, en het loopt allemaal naadloos in elkaar over, alsof één verhaal álles kan omvatten wat het leven biedt. “…terwijl de woede over het één mij nog ademnood bezorgt en grommend de kamer op en neer doet lopen, de razernij over het ander zich al aankondigt…” –pagina 113, Brief uit Schrijversland, Op weg naar het einde.
Reves hele oeuvre is één grote monoloog met zichzelf, zo gek was die man. Hij kon alles opschrijven, en men las het. Hij schreef over niks, maar eigenlijk over álles. God, Liefde en de Dood, zo noemde hij het. Reve creëerde niet alleen een nieuwe tekstvorm zonder onderwerp, hij creëerde een nieuwe cultuur, een aanhang, beweging.
Tragikomisch
De stijl van Reve is niet zomaar besproken. Zijn invloeden reikten heel erg ver. Maar nog het meest was hij een romantisch kunstenaar. De typerende teksten van Reve zijn tragikomisch: tragisch over de simpele dingen, en komisch over de zware dingen. Op die manier worden de zware dingen zwaarder, de simpele dingen simpeler. Het contrast wordt groter. Over de dood, liefde, god, praatte Reve over alsof het niks was, maar over een treinrit, een fles drank, over de namiddag, daar werd over gesproken alsof je op sterven lag; met hoogdravende, katholieke, dravende, ellendige bewoording. Het prachtige en schokkende cynisme, dat platte, zwarte, wat eigenlijk echt Nederlands is, en alleen in de Nederlandse taal zo goed tot uitdrukking kan komen, dat begrijpen ook alleen de Nederlanders. Daarin schrijft Reve, in de zwarte humor. Het probleem is dat die humor makkelijk wordt aangezien voor haat, terwijl er eigenlijk het tegengestelde achter ligt: Liefde, en de mens een nuttige boodschap overbrengen. Het moet je maar net liggen, uniek is het wel. En Reve was een gevoelsmens, hij begreep alles… het was net een vrouw.
Provoceren
Eerst iemand uitschelden, en later pas uitleggen waarom. Dát deed Reve. Hij kankerde overal op, alles kreeg ervan langs. Op intellectueel niveau, althans. Als er niet werd geruzied, geprovoceerd, over een potje niks, dan was het Reve niet. Provoceren zat in zijn bloed. Er moet een beetje onrust worden gestookt in de kamp van de vijand, om de gelederen wakker te schudden. De emotie en de felle gevoelens, de frustratie en de prikkeling, die dat gekanker oproept, zorgen voor de beste discussies. De kunst van het provoceren, die veel mensen niet begrijpen, is echt belangrijk voor de literair schrijver. Elkaar voor rotte vis uitschelden, houdt de mensen in leven. Om het van de andere kant aan te pakken: het schijnheilige, hypocriete wat iedereen aan elkaar uitdeelt tegenwoordig: dat alles mooi is, en iedereen getalenteerd en goed, mooi in zichzelf, daar bereik je helemaal niks mee. Elkaar in het gezicht trappen, daar help je elkaar veel meer mee.
Taalgebruik
Wat Reve opschreef, lazen de mensen. Het was een soort orakel, die in een andere taal sprak dan de rest. Maar zijn taal werd gerespecteerd, hij kon alles opschrijven. In Reves brieven liep het uit de hand; hij begon nieuwe woorden te bedenken, nieuwe spellingsregels, nieuwe uitdrukkingen. Hij creëerde niet alleen een nieuwe tekstvorm zonder onderwerp –de literaire brief – hij creëerde ook een nieuwe taal. Lange volzinnen, zonder einde, de komma’s volgden elkaar op, alsof het nooit stil stond in het hoofd van de man. Een mooi raamwerk schrijven, over kunst en de katholieke kerk, en tussendoor wat schelden en wat kankeren, over burgerlijke mensen en wetenschappers, van alles en nogwat. Het is de hobbel, waar je schokkend overheen rijdt, het verschil in taalgebruik, wat soms door de zinnen dendert. Een godverdomme, tussen de nette stijl door… en weer wakker. Hij had kunstzinnige haat voor iedereen, een echte saggerijn, die het mooi wist te brengen. Bovendien had hij, en daar geloof ik in, met iedereen het beste voor.
