Menno ter Braak (1902–1940) is een van de meest invloedrijke essayisten, critici en cultuurfilosofen in de Nederlandse literatuurgeschiedenis. Voor lezers die literatuur, gecombineerd met maatschappelijk engagement, filosofie en opinie zoeken, is Ter Braak een schrijver die prikkelt, uitdaagt en inspireert
Hij was medeoprichter van het tijdschrift Forum, waarin persoonlijkheid en authenticiteit belangrijker waren dan literaire vorm of stijl. Ter Braak was een scherp criticus van burgerlijkheid, ideologie en religieuze hypocrisie. De beschaafde, christelijke burger die beleefd is en last heeft van zijn eigen geweten: daar moest Ter Braak niks van hebben.
De beschaafde, beleefde, christelijke burger die opgesloten zit in zijn eigen geweten: daar moest Ter Braak niks van hebben.
Zijn werk is nog altijd actueel. Zijn onafhankelijk denken en zijn kritische blik op de samenleving zijn tijdloos. Maar de teksten van Ter Braak kunnen lastig zijn om in te beginnen. Hieronder bespreken we (niet specifiek op volgorde) zes van zijn belangrijkste werken en leggen we uit waarom dit perfecte werken zijn om te beginnen met het lezen van Menno ter Braak.
Politicus zonder partij (1934) – essays
Een sleutelwerk binnen het oeuvre van Menno ter Braak. Het behandelt de rol van de intellectueel in de politiek en benadrukt zijn wantrouwen jegens ideologieën en partijpolitiek. Ter Braak pleit voor een intellectuele houding die onafhankelijk is van systemen en dogma’s. Binnen zijn oeuvre markeert dit werk de overgang van literaire en cultuurkritische beschouwingen naar meer expliciet politieke analyses.
Politicus zonder partij is een essentieel werk om te lezen om kennis te maken met Ter Braak. Het is een tijdloos pleidooi voor kritisch, zelfstandig denken in een wereld die vaak geneigd is zich te verliezen in massapsychologie en collectieve waan. Dit is juist zo’n typisch kenmerk van Ter Braaks beschouwende werk. Als de beginnende lezer dit werk heeft voltooid, heeft hij een aardig compleet beeld van de competentie en denkwereld van Ter Braak. Bovendien vormt dit een mooi fundament om verder te lezen in de essays van Ter Braak, zoals Démasqué der Schoonheid…
Démasqué der Schoonheid (1927) – essays
Dit vroege werk toont de literaire en filosofische wortels van Ter Braak. In *Démasqué der Schoonheid* stelt hij kritische vragen bij de rol van kunst en esthetiek. Hij fileert het idee dat kunst slechts om ‘schoonheid’ draait en legt bloot hoe esthetische idealen vaak een dekmantel zijn voor lege conventies of zelfverheffing.
Binnen zijn oeuvre markeert dit boek zijn eerste grote intellectuele bijdrage en toont het de scherpte die later zo kenmerkend werd. Voor beginnende lezers is dit werk vrij interessant. Het laat zien hoe Ter Braak al vroeg stelling nam voor een authentieke benadering van kunst. Het vormt daarmee een noodzakelijke ingang tot zijn latere cultuurkritiek.
“De schoonheidsdrang is vaak niet meer dan een dekmantel voor geestelijke leegte.”
Van oude en nieuwe christenen (1937) – essays
In dit werk onderzoekt Ter Braak de rol van religie in de moderne samenleving. Hij maakt een onderscheid tussen de ‘oude’ christenen, die vasthouden aan dogmatische leerstellingen, en de ‘nieuwe’ christenen, die religie meer als ethisch en persoonlijk engagement beleven.
Binnen zijn oeuvre staat dit boek voor zijn blijvende fascinatie voor de rol van geloof en moraal in een veranderende samenleving. Het lezen van dit boek laat zien hoe Ter Braak religie niet simpelweg afwees, maar eerder ontmaskerde hoe geloof werd ingezet om macht en conformisme te rechtvaardigen. Misschien lastig te omvatten, maar geweldig inspirerend en tijdloos. De essays bevatten vragen die ook nu nog spelen: hoe geven we zin en moraal vorm in een seculiere (niet-christelijke) wereld?
Het nationaalsocialisme als rancuneleer (1937) – essay
Ter Braak weet in dit korte, heldere en bijzonder krachtige essay het nationaalsocialisme als ideologie compleet te ontmaskeren. Hij zet de ideologie van Hitler weg als een ‘ressentimentsleer’, en plaatst het daarmee in het christendom en Nietzsche’s interpretatie van het christendom als ressentimentsleer van de slaven. Volgens Ter Braak is het nationaalsocialisme te vergelijken met het Christendom in de zin dat het niet onstaan is uit spontane superieure creatiedrang, maar uit een tweedegraads haat en afkeer tegen het hoge, en daardoor een affiniteit met het lage.
Dit werk geldt als een van de meest visionaire en rijpe geschriften van Ter Braak. Hierin analyseert hij het nationaalsocialisme niet als politiek systeem, maar vooral als een beweging van ressentiment, van rancune: de wrok van mensen die hun persoonlijke frustraties projecteren op ideologische vijandbeelden. Binnen zijn oeuvre is dit een hoogtepunt van politieke en morele analyse, geschreven in een tijd waarin velen de dreiging van Hitler nog onderschatten. Op die manier is dit boek niet alleen een nabeschouwing, maar een belangrijke voorbeschouwing van de Tweede Wereldoorlog; het vormt vrijwel een geschiedkundige bron.
Ingewikkelde stof, maar eenmaal gelezen vormt dit een betekenisvol en inspirerend werk.
Hampton Court (1931) – roman
Bij de publicatie van deze roman Ter Braak niet gespaard van commentaar. Waar hij zelf altijd scherp kritiek levert in zijn essays, krijgt hij nu zelf de lading van voren. Volgens velen komt hij als romancier een stuk minder uit zijn verf dan in zijn essays. Niettemin is Hampton Court tegenwoordig een trots erfstuk uit het oeuvre van Ter Braak, die een sterke plaats heeft ingenomen in de romankunst uit Nederland. ‘Zo slecht was het nog niet’, blijkbaar. En voor beginners van Ter Braak een mooie introductie tot zijn proza.
Hampton Court is zijn bekendste literaire fictiewerk, waarin hij de innerlijke strijd en existentiële vragen van zijn hoofdpersonages onderzoekt. Ter Braak laat zien dat hij niet alleen in essays filosofische onderwerpen kan uitwerken. Nog een reden om dit werk te lezen: het toont de menselijke, meer literaire kant van een schrijver die vaak als geleerde en star denker wordt gezien.
Dr. Dumay verliest… (1934) – roman
Het vervolg op ‘Hampton Court’, waar Ter Braak al een stuk meer ervaren en gekunsteld de romankunst lijkt te beoefenen. In Dr. Dumay verliest… zet Ter Braak zijn kritiek voort op de hypocrisie van maatschappelijke conventies. Het boek combineert essayistische beschouwing met literaire elementen en richt zich opnieuw op de spanningen tussen persoonlijke integriteit en sociale aanpassing.
Waar te beginnen met Ter braak
Wie wil beginnen met het lezen van Menno ter Braak, kan het beste beginnen met Politicus zonder partij. Het is een hoofdwerk, een belangrijk stuk tekst, niet gemakkelijk… maar je ontwikkelt een breed beeld van Ter Braak en zijn opvattingen. Voor wie vooral nieuwsgierig is naar zijn cultuurkritiek en kunstopvattingen, vormt Démasqué der Schoonheid een sterke instroductie. Lezers die Ter Braak als romancier willen leren kennen, kunnen beginnen met Hampton Court. Het nationaalsocialisme als rancuneleer is een essay dat iedereen moet hebben gelezen. Het helpt enorm als de lezer hierbij voorkennis heeft over Nietzsches moraalopvattingen (zie hierover ook dit artikel over het ressentiment bij Nietzsche) . Voor een meer religieuze en ethische invalshoek biedt Van oude en nieuwe christenen een indringend perspectief. Wat mij betreft kan je het beste eindigen met Van oude en nieuwe christenen, omdat dit werk de meest vattende en actuele stellingen bevat, en, indien goed begrepen door de lezer, een ontzettend geleerd en wijs inzicht verschaft in de werking van ideologieën en de aard van het christendom. Toch is het een taai essay: de focus loont.
Samen vormen deze werken een toppunt van een oeuvre van een schrijver die zijn tijd ver vooruit was en nog altijd lezers uitdaagt om zelfstandig te denken.
Hoewel Ter Braak bijna een eeuw geleden schreef, zijn zijn thema’s nog altijd actueel. Hij waarschuwt voor massapsychologie, de verleiding van ideologieën en de gevaren van conformisme. Vooral zijn uitleg van het christendom en zijn kritiek op het beleefd burgerdom kunnen veel mensen wat van opsteken.
