Over Venedikt Jerofejev – Moskou op sterk water
Een koortsdroom! Koortsdromen bestaan in de literatuur in veel vormen en
maten, maar in ‘Moskou op sterk water’ wordt deze koortsdroom & de paniek nog wel het beste omschreven. Hijgend, zwetend, totaal gedesoriënteerd overtuigd de verteller zichzelf uiteindelijk dat hij wordt vermoord… Maar deze koortsdromen komen niet door een ziekte; ze komen door de drank… het enige wat de hoofdpersoon doet, is zuipen, met een kater rondlopen, denken en zoeken naar nieuwe drank, ofwel zich compleet labiel voelen. Het gaat in deze roman aldus eigenlijk maar om één ding: alcohol. Het ultieme drankboek: je voelt je als lezer dronken, zonder één slok op te hebben. Diep meegesleurd door álle gedachten die rondspoken , maar misschien heeft Venedikt Jerofejev de koortsdroom, de chaos, de angst, in het hoofd van de totaal gestoorde alcoholist die onze hoofdpersoon in dit boek is.
En och, wat straalt de Russische ziel sterk uit dit boek: de gretigheid, de onbeholpen sociale interacties, de corruptie, de drank. Het is één drankfeest. Russisch dronkenschap waarin over van alles wordt gekankerd, van de vrouwen, tot de maatschappij, tot de drank zelf.
“Maar goed. Ik ben dus een slecht mens. Ik merk heel vaak dat als een mens zich ‘s morgens beroerd voelt en ‘s avonds vol is van allerlei plannetjes en toekomstdromen en zich heel krachtig voelt, dat hij dan heel slecht is, zo’n mens. Maar als het precies omgekeerd is – als een mens ‘s morgens opgewekt doet en allerlei verwachtingen heeft, maar ‘s avonds in de put raakt – dàn is het echt een vent van niks, een bekrompen zak, een miezerig produkt. Zo iemand vind ik weerzinwekkend. — Dan heb je natuurlijk ook nog van die figuren die zich ‘s morgens èn ‘s avonds kiplekker voelen. Die zijn blij als de zon opgaat en ze zijn blij als de zon ondergaat, – maar dat zijn gewoonweg rotzakken, je wordt al kotsmisselijk als je er alleen al over praat. Nou, dan kun je ook nog hebben dat iemand zich altijd even beroerd voelt – ‘s morgens èn ‘s avonds – wat ik daar nou van moet zeggen weet ik ook niet. Dat zijn echt hopeloze gevallen, kerels van niks.” –één van de vele onbenullige monologen, pagina 18
Aan één stuk
Alles in deze roman gaat letterlijk aan één stuk door. Niet alleen de chaos en de gedachten in het hoofd van Jerofejev, ook de tekst zelf… Er is zelfs geen pauze tussen de hoofdstukken. Hoofdstukken zijn er wel, maar deze hoofdstukken kappen de zinnen letterlijk op de helft af. Een nieuw hoofdstuk begint dus gewoon met de zin aan het einde van het vorige hoofdstuk, zonder punt, zonder hoofdletter. Alles is in feite chaos in deze tekst. Maar toch komt het natuurlijk over. De hoofdstukken stellen bijvoorbeeld treinhaltes voor van plaatsen. Het is natuurlijk logisch dat de trein bij een halte stopt, terwijl Jerofejev praat en in gedachten is. De trein wacht niet op hem, en dus ook niet de hoofdstukken op de tekst. Niettemin een creatief concept.
Een leuke analogie: Net zoals de stroom gedachten van de schrijver, waar geen halt aan lijkt te zijn, lijkt ook de lopende tekst nergens door te worden gestopt, zelfs niet door de hoofdstukken.
Drank
We hebben het wel over een ‘plot’ hier bovenstaand, maar qua verhaallijn is dit boek eigenlijk mager. Waar het vooral om draait, vrijwel in elke zin, zijn de soorten drank, welk effect die hebben, hoe men die combineert, hoeveel men neemt, in grammen; tabellen van vreugde, emotie, en drank, en de hoeveelheid drank die zijn collega’s elk uur nemen. Of bijvoorbeeld een tabel die een axioma uitlegt over vreugde in de avond en somberte in de avond, via een tabel. Alles is drank. En voor sommige lezers kan dat misschien eentonig worden. Toch is de roman kort en misschien lang genoeg.
Dialogen en stijl
In deze roman is het één en al gesprek. Als het geen gesprek met een ander is, is het een gesprek met zichzelf. Dialogen en monologen eigenlijk, alleen maar. En veelal zijn deze dialogen en monologen één en al onbegrip, langs elkaar heen praten, chaos en dronkenmanstaal. Zo is de hoofdpersoon vaak in gesprek met Engelen en Satan. Niettemin voelen de monologen en dialogen natuurlijk aan, alsof de gedachten recht uit de hoofd van de schrijver komen, en nu ongefilterd
op papier staan. Het heeft wat weg van de ‘stream-ofconsciousness’-stijl, waarin de gedachten van de schrijver als één vloeiende tekst op papier komen. En als we het over de stijl hebben, is het meest prominente nog wel de overhaaste, hijgende, rauwe stijl die trekjes vertoont van het woedende Céline of het ongefilterde Bukowski. Het is een moderne roman, Moskou op sterk water, en dat is ook te lezen in de elementen die terugkomen in de roman. Stijl, maar ook verhaal zelf.
“Waarvoor zijn er trouwens
vrouwen in de wereld? Iedereen
hield veelbetekenend z’n mond.
Iedereen dacht er het zijne van,
of misschien dacht iedereen wel
hetzelfde, ik weet het niet.
‘Nou, om ze in ere te houden.
Wat zei Maksim Gorki daarginds
op Capri? ‘De graadmeter van
een beschaving is de houding
tegenover de vrouw.’.” –gesprek
in de trein, pagina 75
“Zegt u eens: waar slaan ze de Russische mens hoger aan, aan deze kant van de Pyreneeën of aan de andere kant?’ ‘Ik weet niet hoe ze d’r dáár over denken. Maar aan deze kant weten ze een Rus totaal niet op waarde te schatten. Ik ben bijvoorbeeld een keer in Italië geweest, daar schenken ze geen enkele aandacht aan een Rus. Het enige wat ze daar doen is zingen en schilderen. Zo staat er bijvoorbeeld ergens ééntje te zingen. En een ander zit naast hem en schildert degeen die aan het zingen is. En dan heb je weer een derde – wat verderop – die zingt over degene die zit te schilderen… Je werd er gewoon droevig van. Maar onze droefheid – daar begrijpen zij niks van…’”–pagina 87
Plot (niet lezen als je nog verrast wilt worden)
De roman opent als hoofdpersoon en schrijver Venedikt Jerofejev ontwaakt in een vreemde portiek in Moskou. Zware kater. Hij gaat op weg naar de stad Petoesjki, waar zijn meisje en hun kind zijn. Dus op naar het treinstation. Op weg daar naartoe zoekt hij wanhopig naar allerlei soorten drank om zijn kater te verlichten, maar lijkt nergens wat te kunnen krijgen. Ondertussen lezen we lange monologen van Jerofejev: dromen, verhalen, gedachten. We leren dat hij vrij preuts is, veel alcohol drinkt, en dat hij heel wat heeft meegemaakt. Zo lezen we een verhaal waar hij door zijn vier huisgenoten opeens uit het huis wordt geknikkerd, omdat hij zich te ‘superieur’ gedraagt. En we lezen over de baan van Jerofejev, waar hij alleen maar met zijn collega’s loopt te 21’en en te zuipen. Tot slot komt Jerofejev in de trein een paar mensen tegen waarmede hij het op een zuipen zet. Er komen nog meer verhalen bij, je kan het je zo gek niet bedenken. Als de conducteur komt, en niemand een kaartje heeft, eist hij grammen drank van iedereen (erg mooi stuk, pagina’s 93-97). Jerofejev weet er zoals altijd onderuit te komen door de conducteur bezig te houden met een historisch verhaaltje. Uiteindelijk blijft Jerofejev alleen in de trein over, en in die (bijna) lege coupé ontstaat een ware koortsdroom, gevoed door alle alcohol in zijn pens. Deze chaos begint vanaf pagina 111 – hoofdstuk OESAD – HONDERVIJFDE KILOMETER, wanneer Jerofejev in contact komt met de duivel. De Sphinx, ofwel Satan, teistert hem, en later gaat het over een kwaadaardige non en een bediende. Niemand houdt het meer bij waar het over gaat, want Jerofejev houdt het zelf ook niet bij. Alles loopt stuk, hij weet niet eens of hij in Petoesjki is aangekomen, en wordt ergens vermoord door vier mannen. Vooral het einde, de koortsdroom, is met haast en kracht geschreven. Erg vattend en goed.
Dit boek is ook te koop in onze webshop: Venedikt Jerofejev – Moskou op sterk water
